Translated to English with ChatGPT. Original version (Dutch) below.

Philosophy of Arts - Writing assignment

While I spent two hours engaging with Tarek Atoui’s work, an evolution of understanding and experience unfolded, revealing various insights and influences from the lessons.

Initially, I felt overwhelmed by the immediate sensory impact of Atoui's installation. His use of sound and space transported me to a state of wonder and anticipation. Much like the sketch-like works of Xu Wei and Bada Shanren, where the emphasis was on spontaneity and expression, Atoui's work seemed to capture a moment of pure energy—a spontaneous expression embracing the essence of sound and movement without adopting a rigid form. The abstraction in his work reminded me of the Taoist influence described by Jullien, where the ineffable is central. The sound felt like a direct expression of the invisible "qi" flowing through the space, similar to Shitao's landscapes.

As time passed, I began to better understand the structural complexity and underlying philosophy of Atoui's work. Just as Jullien highlights the importance of the sketch in the Chinese tradition, I saw Atoui's work as a tribute to the creative process, where the unfinished and incomplete nature of sound opened up space for interpretation and imagination. This aesthetic space, as Jullien terms it, invited me to engage with the work through my own imagination and interpretation—a process resonating with Kant's idea of aesthetic judgments as subjective yet universal, where each viewer has the freedom to experience something personal.

By the end of my time with the work, the sound began to serve as a means to reconfigure the "distribution of the sensible," bringing what was previously inaudible to the forefront. Atoui presented a new form of artistic expression, one that broke through the hierarchies of sound and silence and created space for new ways of hearing and understanding. Much like the works of Flaubert and Manet that Rancière references, Atoui’s work felt like a break from traditional forms—a gesture of aesthetic and political emancipation.

As I immersed myself deeper into Tarek Atoui's work, I began to reassess my view of ambient music. Previously, I associated ambient music primarily with digital soundscapes, where sounds were carefully manipulated and created in the studio. However, Atoui’s work made me realize that these atmospheric sounds could also be physically realized in space through complex installations and instruments he builds himself. The realization that sound does not have to be created solely digitally, but can be placed and experienced directly in reality, opened a whole new dimension of music production for me. His work inspired me to consider how physical objects and spaces themselves can function as instruments, and how the interaction between the audience and these installations can provide a unique, spatial experience of ambient music. This discovery enriched my creative approach, allowing me to see possibilities for molding sound into a tangible form, rather than relying solely on digital means.

After two hours with Atoui's work, I not only experienced a profound aesthetic journey but also an enriched interpretation of the diverse philosophical and artistic currents that have influenced my understanding of art. Atoui's work demonstrated how art, like in the Taoist tradition, is a continually evolving process that invites the viewer to flow with the stream of imagination and interpretation, without clinging to definitive forms or truths.

Dutch version

Terwijl ik twee uur lang voor het werk van Tarek Atoui zat, ontvouwde zich een evolutie van begrip en ervaring, waarbij verschillende inzichten en invloeden uit de lessen naar voren kwamen.

In het begin voelde ik me overweldigd door de directe zintuiglijke impact van Atoui's installatie. Zijn gebruik van geluid en ruimte bracht me in een staat van verwondering en anticipatie. Net als bij de schetsmatige werken van Xu Wei en Bada Shanren, waar de nadruk lag op spontaniteit en expressie, voelde Atoui's werk alsof het een moment van pure energie had vastgelegd, een spontane uitdrukking die de essentie van geluid en beweging omarmde zonder een rigide vorm aan te nemen. De abstractie in zijn werk deed me denken aan de Taoïstische invloed die Jullien beschrijft, waarin het onbenoembare centraal staat. Het geluid leek een directe expressie van de onzichtbare "qi" die door de ruimte stroomde, zoals bij Shitao's landschappen.

Naarmate de tijd verstreek, begon ik de structurele complexiteit en de achterliggende filosofie van Atoui's werk beter te begrijpen. Net zoals Jullien het belang van de schets in de Chinese traditie benadrukt, zag ik in Atoui's werk een eerbetoon aan het proces van creatie, waarbij de onafgemaakte en onvolledige aard van geluid de ruimte opende voor interpretatie en verbeelding. Deze esthetische ruimte, zoals Jullien het noemt, nodigde me uit om deel te nemen aan het werk door mijn eigen verbeelding en interpretatie, een proces dat resonantie vond met Kant's idee van esthetische oordelen als subjectief maar universeel, waar elke toeschouwer de vrijheid heeft om een persoonlijke ervaring te beleven.

Tegen het einde van mijn tijd voor het werk begon het geluid een middel te worden om de "verdeling van het zintuiglijke" te herconfigureren, door wat voorheen onhoorbaar was, nu centraal te stellen. Atoui bracht een nieuwe vorm van artistieke expressie naar voren, een die de hiërarchieën van geluid en stilte doorbrak en ruimte maakte voor nieuwe manieren van horen en begrijpen. Zoals bij de werken van Flaubert en Manet, waar Rancière naar verwijst, voelde Atoui's werk als een breuk met traditionele vormen, een daad van esthetische en politieke emancipatie.

Terwijl ik steeds dieper in het werk van Tarek Atoui werd ondergedompeld, begon ik mijn visie op ambient muziek te herzien. Voorheen associeerde ik ambient muziek vooral met digitale soundscapes, waarbij geluiden in de studio zorgvuldig werden gemanipuleerd en gecreëerd. Atoui’s werk liet me echter inzien dat deze atmosferische klanken ook fysiek in de ruimte kunnen worden gerealiseerd, door middel van complexe installaties en instrumenten die hij zelf bouwt. Het besef dat geluid niet uitsluitend digitaal hoeft te worden gecreëerd, maar dat het direct in de werkelijkheid kan worden geplaatst en ervaren, opende voor mij een geheel nieuwe dimensie van muziekproductie. Zijn werk inspireerde me om na te denken over hoe fysieke objecten en ruimtes zelf als instrumenten kunnen fungeren, en hoe de interactie tussen het publiek en deze installaties een unieke, ruimtelijke ervaring van ambient muziek kan opleveren. Deze ontdekking heeft mijn creatieve benadering verrijkt, waardoor ik nu mogelijkheden zie om geluid in een tastbare vorm te gieten, en niet enkel te vertrouwen op digitale middelen.

Na twee uur bij Atoui's werk voelde ik niet alleen een diepe esthetische ervaring, maar ook een verrijkte interpretatie van de diverse filosofische en artistieke stromingen die mijn begrip van kunst hebben beïnvloed. Het werk van Atoui toonde hoe kunst, net als in de Taoïstische traditie, een voortdurend veranderend proces is dat de toeschouwer uitnodigt om mee te gaan in de stroom van verbeelding en interpretatie, zonder vast te klampen aan definitieve vormen of waarheden.