Converted from pdf to html using an online tool. Too large to translate to english using ChatGPT and I got no time for that. The html is a mess but I ain't cleaning that up. Feel free to do so.
PoA - samenvatting
‘The great image has no form’ - François Jullien
Samenvatting tekst
Jullien benadrukt dat schetsen geen gedetailleerde en uitgewerkte werken zijn, maar eerder spontane en expressieve creaties. Een belangrijk voorbeeld is het werk van de beroemde Chinese schilder Bada Shanren (1626-1705), die bekend stond om zijn minimalistische en expressieve stijl. Zijn schetsachtige benadering legde de nadruk op het vastleggen van de essentie en het gevoel van zijn onderwerpen met slechts een paar penseelstreken.
De Chinese schilder Xu Wei (1521-1593) staat bekend om zijn schetsmatige en vrije penseeltechniek, die spontaneïteit en vitaliteit uitdrukt. Jullien gebruikt Xu Wei's werk als een voorbeeld van hoe Chinese kunstenaars de voorkeur gaven aan een directe en ongedwongen benadering van kunst, die de energie en beweging van het moment vastlegt in plaats van een gepolijst en afgerond beeld.
Jullien maakt een vergelijking met de Westerse traditie door te verwijzen naar de Renaissance, waar kunstenaars zoals Leonardo da Vinci en Michelangelo schetsen gebruikten als voorbereidende studies voor hun meer uitgewerkte werken. In tegenstelling hiermee, benadrukt de Chinese traditie de intrinsieke waarde van de schets zelf, zoals te zien is in de werken van schilder-poëten zoals Ni Zan (1301-1374) en Huang Gongwang (1269-1354), die hun schetsmatige landschapsschilderijen waardeerden om hun eenvoud en directe expressie.
De schets in de Chinese kunst is verbonden met de Taoïstische filosofie, die waarde hecht aan het proces van natuurlijke verandering en het vermijden van rigide structuren. Zhuangzi, een invloedrijke Taoïstische filosoof, benadrukte het belang van het laten stromen van de geest en het niet vastklampen aan vaste vormen. Deze filosofie komt tot uiting in de kunstpraktijk, waar de schets wordt gezien als een middel om de dynamische en veranderlijke aard van de werkelijkheid te vangen.
De kunstenaar in de Chinese traditie wordt gezien als een bemiddelaar tussen de natuurlijke wereld en de kunst. Jullien beschrijft hoe de schilder Shitao (1642-1707) zijn kunst benaderde als een manier om zich af te stemmen op de "qi" of levensenergie die door de natuur stroomt. Zijn schetsmatige landschappen zijn bedoeld om deze onzichtbare krachten zichtbaar te maken.
De esthetische waarde van schetsen in de Chinese kunst ligt in hun vermogen om de vitaliteit en geest van het onderwerp over te brengen met minimale middelen. Dit idee wordt goed geïllustreerd door de werken van Qi Baishi (1864-1957), wiens schetsachtige schilderijen van garnalen en andere eenvoudige onderwerpen beroemd zijn geworden om hun levendigheid en expressieve kracht.
In de westerse kunst wordt verbeelding vaak gezien als een kracht die nieuwe, originele vormen en ideeën voortbrengt, die afwijken van de realiteit. Het creëert een duidelijke scheiding tussen de realiteit en het imaginaire.
In tegenstelling daarmee, beschrijft Jullien hoe de Chinese esthetiek verbeelding ziet als een middel om dichter bij de essentie van de realiteit te komen. In plaats van nieuwe vormen te creëren, gaat het in de Chinese traditie om het onthullen van de diepere waarheden die in de werkelijkheid al aanwezig zijn. Dit idee komt tot uitdrukking in concepten zoals "het grote beeld heeft geen vorm" en "het niet-zijnde bevat het zijnde", wat betekent dat de meest wezenlijke aspecten van de werkelijkheid vaak niet direct zichtbaar zijn en pas door verbeelding worden onthuld.
Verbeelding in deze context is dus geen vlucht van de werkelijkheid, maar eerder een manier om de werkelijkheid te verdiepen en te verrijken. Het is een middel om de onderliggende harmonie en verbinding van alle dingen te ervaren, zonder ze in rigide vormen vast te leggen.
Volgens François Jullien vinden mensen plezier in het kijken naar schetsen omdat deze een unieke esthetische ervaring bieden die verschilt van het bekijken van afgewerkte kunstwerken. Schetsen onthullen de creatieve processen van de kunstenaar en laten een directe, onopgesmukte expressie van ideeën zien. Hier zijn enkele specifieke redenen waarom mensen plezier halen uit het bekijken van schetsen volgens Jullien:
Laozi
Laozi (ook gespeld als Lao Tzu) was een oude Chinese filosoof en schrijver die traditioneel wordt beschouwd als de auteur van de *Tao Te Ching*, een belangrijk werk van de Taoïstische filosofie. De Taoïstische leer legt de nadruk op het concept van de *Tao*, vaak vertaald als de 'Weg' of 'De Weg', en op het idee dat de werkelijkheid onbenoembaar en voortdurend in verandering is.
>"Laozi’s filosofie draait om het idee van de *Tao*, een concept dat de ultieme realiteit en de natuurlijke orde van het universum beschrijft, die altijd in beweging en veranderlijk is."
Laozi benadrukt dat het *Tao* niet kan worden vastgelegd of volledig begrepen door menselijke woorden en concepten. Dit sluit aan bij Jullien's idee dat de grote afbeelding in de Oosterse kunst niet volledig vastgelegd kan worden, maar eerder openstaat voor interpretatie.
"Volgens Laozi is het *Tao* datgene wat niet kan worden benoemd of beschreven, en dit idee vindt zijn weerslag in de manier waarop Oosterse kunst vaak een open, suggestieve benadering hanteert."
Laozi beschrijft hoe de natuurlijke wereld flexibel en aanpasbaar is, en hoe mensen zich moeten aanpassen aan deze veranderingen om in harmonie te leven. Dit idee van vloeiendheid en aanpassing wordt weerspiegeld in de manier waarop abstracte kunst in de Oosterse traditie ruimte laat voor persoonlijke interpretatie.
"Het idee van vloeiendheid in Laozi’s leer weerspiegelt de manier waarop Oosterse kunst abstractie en suggestie gebruikt om ruimte te geven aan de persoonlijke ervaring van de kijker.”
In tegenstelling tot de Oosterse benadering, waarin de onbenoembaarheid en abstractie centraal staan, is de westerse kunsttraditie vaak gericht op het vastleggen van concrete en gedetailleerde beelden. Dit sluit aan bij de westerse nadruk op objectieve waarheid en definitieve vormen.
"De westerse kunsttraditie, met zijn focus op detail en precisie, staat in contrast met de Taoïstische idee van het onbenoembare en de suggestieve aard van Oosterse kunst."
Jullien verwijst naar de realistische kunst van de westerse traditie, zoals die van Caravaggio en Rembrandt, als voorbeelden van kunst die de nadruk legt op het vastleggen van de werkelijkheid in al zijn details, wat een andere esthetische ervaring biedt dan de onbenoembaarheid van de Oosterse kunst.
"De gedetailleerde en realistische weergaven in het werk van Caravaggio en Rembrandt tonen een duidelijk verschil met de suggestieve en abstracte benaderingen in de Oosterse kunst.”
Laozi’s leer heeft diepgaande invloed gehad op de Oosterse kunsttradities, waarbij kunstenaars abstractie en suggestieve beelden gebruiken om een gevoel van het onbenoembare en het veranderlijke vast te leggen. Deze invloed is zichtbaar in verschillende vormen van Chinese kunst, zoals inktschilderijen en kalligrafie.
"De invloed van Laozi’s filosofie op de Oosterse kunst is evident in de manier waarop kunstenaars abstractie gebruiken om de essentie van de werkelijkheid te vangen zonder deze volledig te definiëren.”
Laozi’s ideeën over het onbenoembare en de vloeiendheid van de werkelijkheid bieden een belangrijk perspectief op de manier waarop Oosterse kunst benaderd wordt. Door de nadruk te leggen op abstractie en suggestie, reflecteert de Oosterse kunst de Taoïstische leer van een realiteit die altijd in beweging is en nooit volledig kan worden vastgelegd.
"De kunst die voortkomt uit Laozi's leer biedt een manier om de veranderlijke en onbenoembare aard van de werkelijkheid te verkennen, wat een ander perspectief biedt dan de concrete en gedetailleerde benaderingen in de westerse kunst."
Jullien’s bespreking van Laozi helpt om de kern van zijn argument te begrijpen dat de Oosterse kunst, beïnvloed door Taoïstische ideeën, een unieke benadering biedt van beelden die verschilt van de westerse focus op definitieve vorm en detail.
“Poëtica” - Aristoteles
Samenvatting tekst
In Aristoteles' "Poetica" is hoofdstuk 25 een belangrijk deel waar Aristoteles ingaat op de "katharsis" of emotionele zuivering die tragedies beogen te bereiken. Hier is een samenvatting van de kernpunten uit hoofdstuk 25:
Aristoteles legt uit dat het doel van de tragedie is om een emotionele reactie bij het publiek op te roepen. Deze reactie, bestaande uit medelijden en angst, leidt tot een zuivering of katharsis van deze emoties. Dit is een centraal concept in Aristoteles' theorie over drama en het effect van tragedie op de toeschouwers.
Volgens Aristoteles worden de emoties van medelijden en angst opgewekt door de gebeurtenissen in de tragedie. Deze emoties worden door het publiek ervaren en uiteindelijk gezuiverd door de afloop van het drama. Deze katharsis helpt het publiek om deze intense gevoelens te verwerken en te begrijpen.
Aristoteles benadrukt dat tragedies ontworpen zijn om de mensheid een morele en emotionele les te geven door middel van het tonen van extreme situaties en de gevolgen daarvan. Het doel is niet alleen om te entertainen, maar ook om het publiek te laten reflecteren op de menselijke conditie en de morele implicaties van de handelingen in het stuk.
Hij bespreekt hoe de structuur van een tragedie – met zijn plot, karakterontwikkeling, en het gebruik van peripeteia (ommekeer) en anagnorisis (herkenning) – cruciaal is voor het bereiken van de gewenste katharsis. De juiste balans en uitvoering van deze elementen zorgen ervoor dat de tragedie zijn emotionele en morele impact kan realiseren.
Hoofdstuk 25 van "Poetics" belicht dus het belang van catharsis in tragedie en hoe deze functie van drama bijdraagt aan de emotionele en morele impact op het publiek.
“Aestethics and disconnects” - Jacques Rancière
Kijkt vanuit politiek naar kunst Begint vanuit 2 principes:
Emancipatie (= hiërarchie doorbreken) begint vanuit de individu
Vrijheid = gelijkheid dit uit zich als
Gelijkheid -> (creëert) vrijheid -> verschillen (individuen)
Deze verschillen kunnen hiërarchieën creëren wat kan leiden tot emancipatie
De Botsing van Aandachtspunten
Enkele belangrijke referenties zijn:
Gustave Flaubert: Rancière verwijst naar Flaubert's roman "Madame Bovary" als een voorbeeld van de esthetische praktijk die losstaat van traditionele hiërarchieën. Hij ziet Flaubert als iemand die bijdraagt aan de democratisering van het esthetische door gewone mensen en alledaagse gebeurtenissen de aandacht te geven die voorheen alleen aan de adel of grote helden was voorbehouden.
Édouard Manet: Rancière bespreekt Manet's schilderkunst, zoals "Olympia" en "Le Déjeuner sur l'herbe", als voorbeelden van hoe de esthetiek de perceptie van het visuele kan veranderen. Manet’s werken worden gezien als een breuk met de traditionele representaties in de schilderkunst, wat leidt tot een nieuwe vorm van visuele politiek.
"Critique of Judgement" - Immanuel Kant's
Doel: Kant onderzoekt in dit eerste deel van "Kritiek van de oordeelskracht" hoe esthetische oordelen (over schoonheid en het sublieme) functioneren, en hoe ze een brug slaan tussen kennis en ethiek.
Subjectief maar Universeel: Esthetische oordelen zijn gebaseerd op een gevoel van plezier, zonder persoonlijke belangen (disinteresse). Hoewel subjectief, pretenderen ze universeel geldig te zijn.
Relatie (paragraaf 10-17): Schoonheid heeft "doelmatigheid zonder doel": het voelt harmonieus zonder praktisch nut.
Kant analyseert esthetische oordelen als subjectief maar universeel pretentieus, belangeloos en doelmatig zonder doel. Hij toont aan hoe deze oordelen niet alleen kunstbeleving beïnvloeden, maar ook morele ontwikkeling en intermenselijke relaties bevorderen.